Foto: © Pixabay Licence, Aristal
De Europese ambities zijn ‘losgezongen van de werkelijkheid’, oordeelde ECA-lid Annemie Turtelboom gisteren tijdens de presentatie van een rapport over de Europese halfgeleiderstrategie. Snel oplopende energiekosten, trage planningsprocedures en een tekort aan essentiële grondstoffen zijn de belangrijkste redenen om te komen tot het harde oordeel.
Stimulering van de Europese chipproductie werd een speerpunt in de nasleep van de coronapandemie, toen pijnlijk duidelijk werd hoe afhankelijk Europa is van leveranties uit Azië en de Verenigde Staten. Initiatieven voortkomend uit de EU Chips Act moeten daar verandering in brengen. Met de snel veranderende geopolitieke verhoudingen is de noodzaak om een bloeiend eigen ecosysteem voor het ontwerp en de fabricage van computerchips op te zetten, alleen maar urgenter geworden.
EU zelf spreekt over substantiële vorderingen
Het vernietigende rapport van de ECA komt op een ongelukkig moment, nu de EU juist ook gisteren met een statusupdate van de vorderingen rond de Chips Act kwam. Daarin staan juist lovende woorden over de initiatieven die al zijn gestart. De ECA verwijst naar een verwachting van de Commissie zelf dat in 2030 het Europese marktaandeel op 11,7 procent uitkomt. Dat is een flinke groei ten opzichte van de 7 procent in 2020, maar komt niet in de buurt van het beoogde doel.
EU zit in lastig parket
Een groot probleem voor Europa is het gebrek aan aardmetalen, zoals gallium. China heeft 95 procent van de wereldmarkt voor deze grondstof in handen, die essentieel is voor de chipproductie. Dat beperkt in het geval van een dreigende wereldwijde handelsoorlog de mogelijkheden voor chipbedrijven om fabrieken in Europa op te zetten. Verder heeft de EU geen volledig zicht op de ontwikkeling van initiatieven omdat de lidstaten geen verplichting hebben gegevens over industriële projecten te rapporteren.