Foto: © Pexels – Andrea Piacquadio
Innovatie is cruciaal als de zorgsector de werkdruk wil verminderen. Slimme software kan bijvoorbeeld administratieve lasten verlichten en de ondersteuning van robots kan helpen bij fysieke en cognitieve taken. Eenvoudig nieuwe hard- en software binnenrollen, is echter niet effectief gebleken. Vanuit de technologie worden vaak oplossingen bedacht die onvoldoende aansluiten bij de praktijk. Van de andere kant zoeken zorgverleners naar digitale oplossingen die hun huidige werkwijze exact nabootsen, zonder fundamentele veranderingen door te voeren. “Ze vragen om een paard, maar dan met een motor erop”, schertst Robert Thijssen, programmaleider van het Amsterdamse zorginnovatielab van SIGRA, een vereniging van ongeveer 150 ziekenhuis- en zorgorganisaties in Noord-Holland.
‘Ze vragen om een paard, maar dan met een motor erop’
De oplossing ligt in het zoeken van samenwerking, waarbij al in een vroeg stadium alle belanghebbenden hun inbreng kunnen geven. De technologie is meestal het probleem niet, stelt Thijssen. “We moeten af van het digitaliseren van niet-dynamische inefficiënte zorgprocessen.” Thijssen richt zich met het SIGRA Innovatielab op complexe samenwerkingsvraagstukken die de markt niet adequaat oppakt. Die vraagstukken vereisen een duidelijke visie, stelt hij, en projecten waarin alle betrokkenen die visie samen uitwerken, ook wel een ‘quadruple helix framework’ genoemd.
“Er leeft nog wel eens het idee dat alles in het EPD [elektronisch patiëntendossier, red.] te vinden is. Maar je hebt juiste zachte data nodig zoals ervaringen, gevoelens en narratieven. Ook de sociale en culturele contexten zijn belangrijk. Die haal je op in thuissituaties waar de zorgprofessional niet voortdurend kan zijn. Met technologie kun je mensen echt leren kennen en ondersteunen, zodat ze meer de regie kunnen voeren over hun eigen zorg.”
Menselijke warmte in digitale zorg
Innovatie slaagt pas als technologie aansluit bij sociale structuren, is de ervaring van Martijn Vastenburg. Hij is oprichter van ConnectedCare, een bedrijf dat wetenschappelijke resultaten met mens-robot interactie naar de zorgpraktijk brengt. Vastenburg is daarnaast universitair docent aan de Radboud Universiteit. “Technologie moet niet alleen functioneel zijn, maar ook ‘warme zorg’ bieden en sociale interactie verbeteren.”
Hij refereert aan het spel Detroit: Become Human. Dat speelt zich af in de toekomst, waarin een menselijke robot huishoudelijke hulp biedt, bijvoorbeeld aan ouderen. “De eerste reactie [van ouderen bij het zien van de technologie, red] is altijd: ‘Ik wil geen technologie, ik wil warme zorg.’ Dan kun je heel veel argumenten aandragen, maar die overtuigen niet. Dat zie ik als grootste uitdaging: Hoe krijgen we die menselijke warmte ook in de digitale zorg. Niet als vervanging van de menselijke zorg, maar als aanvulling daarop.”
“Technologie moet niet alleen functioneel zijn, maar ook ‘warme zorg’ bieden en sociale interactie verbeteren”
Er spelen meer uitdagingen bij innovatie in de zorg. Er ontbreekt een duidelijke visie bij de overheid, stelt Koen Hindriks, hoogleraar Kunstmatige Intelligentie aan de Vrije Universiteit. Zo verwacht minister Fleur Agema van Volksgezondheid veel van de inzet van kunstmatige intelligentie bij het oplossen van de problemen in de zorg. “De minister vindt dat er iets moet gebeuren, maar maakt geen keuzes. Het gevolg is dat de innovatie versnipperd blijft en veelbelovende oplossingen niet snel tot ontwikkeling komen.”
Om de ontwikkeling van AI-toepassingen in de zorg vlot te trekken, zijn Thijssen, Hindriks en Vastenburg alle drie betrokken bij het Smart Care Companion at Home (SCC@Home)-initiatief. Het doel is AI-gedreven technologische oplossingen ontwikkelen die de groeiende groep kwetsbare ouderen ondersteunen zodat zij langer thuis kunnen wonen. Het consortium beoogt AI- en zorgonderzoeksinstellingen, zorgverleners, MKB-bedrijven, startups en overheidsinstanties in zo’n quadruple helix framework bijeen te brengen voor een snelle innovatie die daadwerkelijk meerwaarde biedt.